Flinke groep sociale huurders heeft aanmerkelijk vermogen

Nieuwe huurders van corporatiewoningen hebben steeds vaker een aanmerkelijk financieel vermogen, vooral degenen die uit een koopwoning komen, blijkt uit onderzoek van Jort Sinninghe Damsté (CPB).

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 25 april 2025

Dit leidt er mogelijk toe dat schaarse sociale huurwoningen niet terechtkomen bij de meest behoevende huishoudens.

In 2016 was bij bij 11% van de nieuwe huurders van corporatiewoningen sprake van een aanmerkelijk vermogen, oplopend tot 16% in 2022. Forse indexatie van de grens in 2023 verlaagt het aandeel weer licht. In dit onderzoek lag de grens voor een ‘aanmerkelijk’ vermogen bij de vermogensgrens voor huurtoeslag (in 2025: € 37.395).

Hoewel slechts een op de zes nieuwe corporatiehuurders uit een koopwoning komt, hebben zij veel vaker dan gemiddeld een aanmerkelijk vermogen: oplopend van 37% van de gevallen in 2016 tot 70% in 2022. Deze toename loopt parallel aan de prijsstijging van woningen in deze periode, waarmee verzilverde overwaarde een belangrijke factor lijkt te zijn.

In de toewijzingssystematiek van sociale huurwoningen speelt vermogen momenteel geen rol: er geldt enkel een inkomenstoets. Een additionele vermogenstoets zou kunnen helpen om sociale huurwoningen gerichter toe te wijzen aan huishoudens met de minste financiële draagkracht. Daarbij dient wel zorgvuldig nagedacht te worden over eventuele gedragseffecten, zoals minder spaargeneigdheid bij (potentiële) sociale huurders en schenk- of leenconstructies om de vermogensgrens te ontwijken.

Dit artikel is eerder verschenen op esb.nu

 

img
Eindredacteur
Profiel