In de eerste vijf maanden van dit jaar zijn er voor de bouw van 33.000 woningen vergunningen afgegeven, vijfduizend (15%) minder dan in 2024.
Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Afgegeven vergunningen zijn belangrijk met het oog op verwachte realisatie-aantallen over ongeveer 1,5 tot 2 jaar. Op basis van de cijfers over januari tot en met mei van dit jaar zou dit op jaarbasis leiden tot een woningbouwproductie van 79.000. Het kabinet streeft al jaren naar een jaarlijkse productie van 100.000 om tegemoet te komen aan de enorme vraag.
Vanaf juni 2025 baseert het CBS cijfers over de vergunningen voor nieuwbouwwoningen op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Door deze nieuwe bron komen ook ingetrokken vergunningen in beeld: dit jaar zijn er in de eerste vijf maanden vergunningen voor ruim 1700 nieuwbouwwoningen ingetrokken – bij deze woningen wordt afgezien van de bouw. Vorig jaar gold dit voor maar 900 vergunde woningen in de eerste vijf maanden.
Achterstand
Naast vergunde nieuwbouwwoningen publiceert het CBS nu ook cijfers over verleende vergunningen voor woningen die aan bestaande panden worden toegevoegd – zoals woningsplitsingen. Ook in dit opzicht loopt 2025 achter op 2024: waren er vorig jaar in de eerste vijf maanden nog 6500 vergunde toevoegingen, dit jaar zijn dat er maar 5000. Niet alle vergunde toevoegingen leiden tot een woning: er worden ook weer vergunningen ingetrokken (500 tot dusver dit jaar), en bij het opleveren van een toevoeging vindt er vaak een onttrekking plaats (zoals bij woningsplitsingen).
In absolute aantallen werden in het Corop-gebied Groot-Rijnmond (o.a. Rotterdam) de meeste woningen vergund om gebouwd te worden: 4900. Daarna komen Groot-Amsterdam (3400 duizend), Utrecht (2900), Zuidoost-Noord-Brabant (1700) en de Veluwe (1500). Hekkensluiters zijn Zuidwest-Friesland en Het Gooi en Vechtstreek met elk minder dan 100 vergunde woningen in 2025.