De gevallen vastgoedman Ger Visser moet tweeënhalf jaar na zijn veroordeling voor fraude toch echt de gevangenis in. Dat zijn vrouw ernstig ziek is, vormt hiervoor volgens de rechtbank onvoldoende beletsel.
Ger Visser, oud-topman van vastgoedbedrijf Eurocommerce, werd in december 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en drie maanden wegens valsheid in geschrifte en faillissementsfraude. Het hof achtte voldoende bewezen dat Visser huurovereenkomsten vervalste om financiering te krijgen. Hij zou daarnaast geld en bezittingen hebben weggesluisd voorafgaand aan het faillissement van Eurocommerce tien jaar eerder. Ook de echtgenote van Visser kreeg een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd. Zij was betrokken bij het wegsluizen van vermogen, zowel uit Eurocommerce als privé.
Twee-eenheid
De echtgenote van Visser wordt na het schandaal ernstig ziek en is al jaren vrijwel volledig afhankelijk van de zorg van haar man. Visser en zijn vrouw dienen daarom eind 2024 een gratieverzoek in op grond van de ernstige ziekte en het feit dat Ger Visser voor zijn vrouw moet zorgen. Aan het verzoek ligt ten grondslag dat hij vrijwel alleen voor zijn vrouw zorgt en dat het daarom op humanitaire gronden ondenkbaar is 'dat de twee-eenheid uit elkaar wordt gehaald.'
Tijdelijk verlaten gevangenis
Het gratieverzoek van Visser wordt eind april 2025 afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid die advies inwon bij het Openbaar Ministerie en bij het hof. In het advies stond onder meer dat Visser had kunnen weten dat hij gevangenisstraf zou krijgen en dat hij zich wat betreft de zorg voor zijn vrouw daarop had kunnen voorbereiden. Ook kwam naar voren dat de zorg eventueel ook door anderen kan worden verleend en dat de Regeling tijdelijk verlaten inrichting (Rtvi) zo nodig ook mogelijkheden biedt tijdens de detentie van Visser.
In kort geding, aangespannen door het echtpaar Visser, ging de voorzieningenrechter in Den Haag vorige week mee in de redenatie van de staat. Visser zal op korte termijn alsnog zijn gevangenisstraf moeten uitzitten. Zijn vrouw kreeg op 6 mei 2025 bij Koninklijk besluit gratie.
